Het baarlijke ‘c-woord’ heeft ons al maanden in haar greep. Het heeft ons met een ongeziene negatieve impact op mens en samenleving opgezadeld. Maar liefst 1,6 miljoen personen werden getroffen door tijdelijke werkloosheid. Ze vroegen daarbij een werkloosheidsvergoeding aan. Maar die werkloosheidsvergoedingen zijn door het falen van vakbonden en de federale overheid maanden te laat of nog steeds niet uitgekeerd.

Met deze welgemikte tik van de federale regering en de vakbonden dreigen al de inspanningen van de verschillende overheden om de meest kwetsbaren te ondersteunen nu een maat voor niets te worden. Door het uitblijven van werkloosheidsuitkeringen lopen werklozen het risico om in de schulden en zelfs in de blijvende armoede geduwd te worden. Talrijke goede Vlaamse steunmaatregelen — gaande van tussenkomsten in de energiefactuur van tijdelijke werklozen tot de versterking van lokale initiatieven om de financiële situatie van kwetsbare huishoudens te stabiliseren — worden zo teniet gedaan door een overheid die haar engagementen niet kan nakomen.

Lokale besturen overstelpt door nalatigheid

De Standaard berichtte vandaag (11/02, nvdr) dat door de onbereikbaarheid van de overheid en de vakbonden werklozen vaak maanden moeten wachten op hun uitkering. Zowel vakbonden als de Hulpkas keren namelijk werkloosheidsvergoedingen uit. Maar bijna een jaar later draait de uitbetaling van zowel de reguliere als de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen nog steeds vierkant. OCMW’s en welzijnsorganisaties worden sinds weken overstelpt met hulpvragen. Die komen van mensen die stilaan door hun financiële buffers zitten of zich verder én dieper in de schulden werken. Ik zie het sinds korte tijd ook in mijn eigen stad gebeuren.

Vaak gaat het over kwetsbare werklozen. Éénoudergezinnen, bijvoorbeeld. Zij zitten vaak al in een economisch en sociaal penibele situatie. Kwetsbare groepen die vaak over weinig spaargeld beschikken. Door het uitblijven van hun tijdelijke werkloosheidsuitkering vreten zij zich door die kleine financiële buffer heen. Hoe spaarzaam ze ook leven. En wat ze zich ook ontzeggen. Mensen voor wie de drempel naar andere vormen van hulp en ondersteuning ofwel (nog steeds) te hoog ofwel ongekend is.

Minstens even erg is het voor zij die zich al in de schulden bevinden. Door de economische tegenslag en het uitblijven van een werkloosheidsuitkering zakken zij nog dieper weg in het schuldenmoeras. In plaats van verder te kunnen timmeren aan de weg uit de miserie. Ik hou mijn hart vast voor de langetermijneffecten op de financiële situatie van deze mensen. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen voor hun mentale welzijn.

Nieuwe schulden en nog meer schulden

Uit de cijfers die ik bij Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke opvroeg, blijken er maar liefst 80.000 mensen in Vlaanderen een vorm van schuldhulpverlening bij het CAW te volgen. Al moeten we de belangrijke kanttekening maken dat dit nog maar een fractie van de totale cijfers is. Hoe groot die schuldproblematiek exact is, daar hebben het we raden naar. Alleszins groot genoeg om het probleem zeer ernstig te nemen en er niet nonchalant mee om te gaan.

De federale overheid en de vakbonden schuiven de hete aardappel nu van zich af. Ze kijken naar de lokale besturen om het probleem op te lossen. Die worden gedwongen om in groten getale voorschotten op de werkloosheidsvergoedingen uit te keren om verdere financiële problemen te vermijden. De Hulpkas en de vakbonden zijn zich duidelijk onvoldoende bewust van de impact hiervan op de reguliere werking van OCMW’s en op de financiële situatie van de werkloze. De federale regering kijkt weg en blinkt uit in nalatigheid. Misschien wordt het tijd dat de prioritering even opnieuw op scherp wordt gesteld.

Als het niet lukt, laat het dan aan een ander over

Het kan niet de bedoeling zijn dat door de nalatigheid van de federale overheid en de vakbonden — die nota bene zelf vragende partij zijn voor het zelf blijven behandelen en uitkeren van werkloosheidsuitkeringen — economisch en sociaal kwetsbaren verder in de schulden worden geduwd. En dat de vele miljoenen euro’s aan Vlaamse en lokale maatregelen een slag in het water worden. De vakbonden en de federale overheid maken dus best werk van een oplossing. En nog liever gisteren dan vandaag. In plaats van het probleem in de schoot van de lokale besturen te duwen.

Als dat echt te veel gevraagd is, dan moeten vakbonden én federale overheid misschien eens voor de spiegel gaan staan. Zich afvragen of zij echt de beste geplaatste actoren en het best geplaatste beleidsniveau zijn. Ik zal vast niet de enige zijn die zegt: regionaliseren die handel!